Na de soort volgen de namen voor het mannetje, het vrouwtje, het nageslacht en de groepsnaam.
- Hond, reu, teef, puppy, roedel
- Paard, hengst, merrie, veulen, kudde
- Rund, stier, koe, kalf, kudde
- Schaap, ram, ooi, lam, kudde
- Ree, bok, geit, reekalf, kudde
- Hert, bok, hinde, kalf, kudde
- Bij, dar, werkster, bijtje, volk
Bron: Steemers.