- Balthazar Bekker (1634-1698): ‘Hoe laat is het?’
- Willem Bilderdijk (1765-1831): ‘Ja.’ (Op de vraag of hij nog in god geloofde.)
- Charles de Coster (1827-1879): ‘Ca…ro…line.’ (De naam van zijn zuster.)
- Lodewijk van Deyssel (1864-1952): ‘Na mijn dood zal ik je handje nog grijpen.’ (Tegen jonge verpleegster.)
- Guido Gezelle (1830-1899): ‘k Hoorde zo geern de vogeltjes schuifelen!’
- Teatse Holtrop (1865-1925): ‘Die is … ook niet … van de allerbeste!'(Over de door hem geproefde wijn.)
- W.G. van de Hulst (1879-1963): ‘Ik ben van mijn leven nog nooit zó moe geweest.’
- Stijn Streuvels (1871-1969): ‘Het is of Onz’ Heer me weer beter gemaakt heeft.’ (Na komst priester.)
- Willem Wittkampf (1924-1992): ‘Het gaat niet zo goed, pak m’n bril even.’
Bron: Het Parool, 7 maart 2003.