- Beugelen: Een zware bol, gelanceerd met een houten schop of sleger, door een opstaande ring rollen.
- Butken (Twente): Met een steen een but (paaltje) omver werpen, waardoor een munt van de but valt.
- Fierljeppen (Friesland): Met een polsstok zo ver mogelijk over een sloot springen.
- Gaaibollen (Zeeland): Met een platronde houten bol (de gaaibol) de houten blokjes (vogels) aan het eind van de 12 meter lange baan omver werpen.
- Gaaischieten/Vogelschieten (Zeeland): Met een pijl op een op een staak geplaatste houten vogel schieten.
- Hanenkraaien: De haan die het meest aantal keren kraait heeft gewonnen.
- Hooivorkdarten: Een hooivork naar een groot dartbord werpen.
- Kaaibakken: Met een kaai (blok) naar een paaltje gooien. (zie butken)
- Kaatsen (Friesland): Met de hand een balletje heen en weer slaan.
- Katknuppelen (Noord-Holland): Het stukslaan van een haringtonnetje waarin een vierkant blokje (de ‘kat’) hangt.
- Klootschieten (Twente): Met een verzwaarde bal (de ‘kloot’) in zo min mogelijk worpen een afstand overbruggen.
- Kooitjetipelen (Het Bildt in Friesland): Een houten balletje (kooitje), gelegen op het uiteinde van een wippend plankje, zo ver mogelijk weg laten vliegen door op het andere uiteinde van het plankje te slaan.
- Krulbollen (Zeeland): Een zware bol zo dicht mogelijk bij de staak of stek rollen.
- Pierbollen: Met een halfronde bol negen houten staken om gooien
- Piksjitten (Friesland): Met kleine blokjes een hoofdblokje (de ‘pik’) raken, waardoor de centen van de ‘pik’ op het ijs vallen.
- Sjoelen: Houten schijfjes door kleine poortjes in een houten bak laten glijden.
- Takkespel: Met een lange houten staaf een kortere houten staaf, gelegen op een blokje, zo ver mogelijk wegslaan.
- Wipschieten (Zeeland): Met boog en stompe pijl pluimpjes van een hoog ijzeren frame (de ‘wip’) schieten.
- Zwientie tikken (Overijssel) : Geblinddoekt door een modderbad, waterbak en zaagselbak rennen om een varken aan te tikken.
Bron: Mariska van Venetië, Alles wat u beslist over Nederland moet weten, uitgeverij Bert Bakker, 2004.