De Busken Huetprijs werd tot 1989 iedere twee jaar uitgereikt, daarna werd het een jaarlijkse prijs. In 2003 werd de prijs opgeheven.
- 1973: Sybren Polet, Literatuur als werkelijkheid, maar welke?
- 1975: J.J. Goudsbloem, Balans van de sociologie
- 1977: Kees Verheul, Verlaat debuut e.a. opstellen
- 1979: Gerrit Komrij, Papieren tijgers
- 1981: Jacques Hamelink, In een lege kamer een garendraadje
- 1983: Abram de Swaan, De mens is de mens een zorg
- 1985: Hugo Brandt Corstius, Rekenen op taal
- 1987: Andreas Burnier, Essays 1968-1985
- 1989: Jacq Firmin Vogelaar, Terugschrijven
- 1990: Angenies Brandenburg, Annie Romein-Verschoor 1895-1978
- 1991: Jan Wolkers, Tarzan in Arles
- 1992: S. Dresden, Vervolging, vernietiging, literatuur
- 1993: Piet Meeuse, De jacht op Proteus
- 1994: Benno Barnard, Het gat in de wereld
- 1995: Willem Jan Otten, De letterpiloot
- 1996: Gerrit Krol, De mechanica van het liegen
- 1997: Elsbeth Etty, Liefde is het leven niet biografie van Henriëtte Roland Holst
- 1998: Oek de Jong, Een man die in de toekomst springt
- 1999: H.L. Wesseling, Lopende zaken
- 2000: Charlotte Mutsaers, Zeepijn
- 2001: Cyrille Offermans, De ontdekking van de wereld
- 2002: Léon Hanssen, Sterven als een polemist
Bron: Amsterdams Fonds voor de Kunst.