Herman Gorterprijs

Vanaf 1987 wordt de Herman Gorterprijs niet meer jaarlijks uitgereikt. In 1988 komt men op dat besluit terug en wordt het toch weer een jaarlijkse uitreiking. In 2003 wordt de prijs opgeheven.


  • 1972: Sybren Polet, Persoon, onpersoon
  • 1973: H.H. ter Balkt, De gloeilampen, de varkens
  • 1974: Elisabeth Eybers, Kruis of munt
  • 1975: Leijn Leijnse, Antwerpen
  • 1976: Rutger Kopland, Een lege plek om te blijven
  • 1977: Armando, Het gevecht
  • 1978: Bert Schierbeek, Weerwerk
  • 1979: Hans Tentije, Wat ze zei
  • 1980: Jan Kuijper, Oogleden
  • 1981: Willem Jan Otten, Ik zoek het hier
  • 1982: Gerrit Komrij, De os op de klokketoren
  • 1983: Jan Eijkelboom, De gouden man
  • 1984: C.O. Jellema, De toren van Snelson
  • 1985: Jacques Hamelink, Gemengde tijd
  • 1986: Hugo Claus, Alibi
  • 1988: Adriaan Morriën, Oogappel
  • 1989: Robert Anker, Nieuwe veters
  • 1990: Anneke Brassinga, Landgoed
  • 1991: Huub Beurkens, Hollandse wei e.a. gedichten
  • 1992: Willem van Toorn, Eiland
  • 1993: Martin Reints, Lichaam en ziel
  • 1994: Tonnus Oosterhoff, De ingeland
  • 1995: K. Michel, Boem de nacht
  • 1996: Gertrude Starink, De weg naar Egypte. een passage 1985-1993)
  • 1997: Nachoem M. Wijnberg, Geschenken
  • 1998: Kees Ouwens, Van de verliezer & de lichtbron
  • 1999: Ben Cami, Ten Westen
  • 2000: Hester Knibbe, Antidood
  • 2001: Rob Schouten, Infauste dienstprognose
  • 2002: Piet Gerbrandy, De zwijgende man is niet bitter

Bron: Amsterdams Fonds voor de Kunst.

ComputerComputer

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *