De en het woorden

Er zijn zelfstandige naamwoorden in het Nederlands die als lidwoord zowel
de als het hebben, terwijl de betekenis van die beide vormen verschilt. Een
voorbeeld is de bal (om mee te spelen) en het bal (om te dansen).

woord de het
aal paling, mestvocht bier
aas kaart als spijs (lokaas)
achterdeel plank gedeelte
achtste na de zevende deel
akoniet plant vergif
appel oproep fruit
bal is rond als danspartij (bal)
bestel regeling beschuit
blik oogopslag als stofnaam (koperblik)
blok klomp hout
bocht kromming als rommel (onkruid)
boor als werktuig (boor) borium
bos bundel woud
boston dans kaartspel
bot vis been
bowling baan spel
broek kleding land
buis pijp als kleding (hemd)
buiten platteland landgoed
burgerschap verzamelnaam staat van burger
buurschap verzamelnaam het nabuur zijn
chinees persoon als taal
commando soldaat als bevel
courant krant als munt (wettig betaalmiddel)
deel plank gedeelte
derde na de tweede deel
diagonaal lijn weefsel
djati boom hout
doek lap schilderij
dok slag, stomp als schepen/sluizen (dok)
domino vermomming spel
dril gelei weefsel
duo zitting tweetal
eigendom als recht (zaak) bezit
failliet bankroetier bankroet
fortuin geluk geld
fret boor dier
fries persoon taal
gemaal echtgenoot in de polder (gebouw)
genie leger persoon
gift geschenk vergif
glacé handschoen leer
golf in zee spel
granaat bom stofnaam
grauw snauw gepeupel
groen nieuweling kleur
grom geluid ingewand
grondeigendom recht bezit
haam net juk
haar haardos enkele haar
halfzwaargewicht bokser klasse
hamerslag klap schilfers
handbal bal spel
hangoor persoon oor
havanna sigaar kleur
heer persoon leger
heul opening, brug heil
hof tuin van de koningin
hol lopen van een konijn
hyacint bloem, edelsteen stofnaam
idee filosofische term denkbeeld
imperiaal op auto papierformaat
indigo plant kleur
intermediair persoon bemiddeling
jacht jagen schip
jak buffel kleding
janhagel koek gespuis
jood persoon jodium
kaki soldaat stof
kamelot slechte waar weefsel
kamp legerplaats strijd
kapitaal hoofdletter geld
kartel kerf vereniging
katoog steen oog van kat
keel lichaamsdeel rood
kerstbal in de boom dans
klad vlek kladwerk
koper persoon metaal
koppel band stel
koraal kraal gezang
kornet muziek vissen
kouter persoon ploegmes
kozijn neef raamwerk
kriel persoon kleingoed
kroos inkeping gewas
krop gezwel meel
kuch hoest stofnaam
kwart muziekterm vierdedeel
labiaal lipklank van orgel
lamprei vis konijntje
leepoog persoon druipend oog
leer ladder stof
legaat persoon erflating
lek druppel lekgat
leng kabeljauw bederf
libel insect, waterpas schotschrift
licentiaat persoon graad
lichtgewicht bokser klasse
lof eerbetoon groente
maal zak maaltijd
mal vorm zotheid
mangel werktuig gebrek
mediaan zwaartelijn papier
mens man en vrouw vrouw
messing van een plank metaal
metaal industrie stofnaam
middelgewicht bokser klasse
middengewicht bokser klasse
moer van de bout moerassig land
moor zwart dier gevlamde stof
mot dier molm, zaagsel
nabuurschap verzamelnaam het nabuur zijn
naturel persoonsnaam stofnaam
niet geen prijs het niet-zijn
noodweer tegenweer slecht weer
omber stofnaam kaartspel
onderslag waterstroom fundering
opzet voornemen opzettelijkheid
oranje boom kleur
origineel persoonsnaam oorspronkelijk stuk
pad dier weg
part streek, gril deel
pas bewijs waterpas
pastel plant kleur
paternoster rozenkrans onzevader
patroon baas model
perspectief doorzichtkunde vergezicht
pleit vaartuig rechtsgeding
portier persoon autodeur
portugees persoon taal
positief stellende trap van foto
priesterschap verzamelnaam waardigheid
primaat primaatschap persoon
prutoog persoon druipend oog
punt stip spits
raam raming venster
rek veerkracht boekenrek
restant uitgelote obligatie overschot
retour terugkeer retourbiljet
rijm rijp vers
rit het rijden kikkerrit
sabel zwaard bont, zwart
sas stofnaam schutsluis
schildpad dier stofnaam
schot koe afschotting
schroot van hout van metaal
sekwester persoon sekwestratie
siamees persoon taal
skunk dier bont
slag klap soort
slang dier groeptaal
slik het slikken slijk
snees persoon verzamelnaam
sol noot colloi¨dale oplossing
span maat paar
speen tepel aambeien
spil as kaapstander
spits hond om af te bijten
spoor uitsteeksel rail
staal steel, tronk metaal
stift staaf klooster
stof vuil goed
substituut persoon vervangende
tarok troefkaart kaartspel
tartan mantel stof
tegengift geschenk vergif
toeval ziekte kans
twist ruzie katoengaren
val het vallen touw
vat houvast ton
vedergewicht bokser klasse
veer springveer boot
vest gracht kleding
vierde klas deel
vijfde klas deel
vinkenslag het zingen knip
vizier persoon voorwerp
vlaak vlechtwerk zandplaat
vlak vlek gebied
vlek smet dorpje
vleggewicht bokser klasse
voetbal bal spel
wan wanmand lek
want handschoen touwwerk
week periode week gedeelte
weer ram, eelt, knoest luchtgesteldheid
wetstaal taal van de wet staal om op te wetten
whist partner spel, drank
wisselzegel om te plakken zegelrecht
wurm worm kind
zeen pees stofnaam
zegel om te plakken zegelmerk
zesde klas deel
zevende klas deel
zicht kleine zeis het zien

Bron: 0.a. Aad van de Wetering en Van Dale Groot woordenboek der Nederlandse taal.

ComputerComputer

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *