Meest gevleugelde uitspraken


  1. ‘Gaat u allen rustig slapen.’ Premier Colijn in 1936, nadat Hitler militaire troepen legerde in het Rijnland, tegen het verdrag van Versailles in. Deze uitspraak wordt meestal herinnerd als ‘gaat u maar rustig slapen’, en doorgaans gedateerd vlak voor het uitbreken van de oorlog.
  2. ‘Het zal nooit meer worden zoals vroeger.’ Premier Den Uyl in een radiorede tijdens de oliecrisis in 1973. De uitspraak is een eigen leven gaan leiden als ‘Die tijd komt nooit meer terug’.
  3. ‘Congressen kopen geen straaljagers.’ Henk Vredeling (PvdA), minister van Defensie in het kabinet-Den Uyl. Hij zei dit naar aanleiding van bezwaren van het PvdA-congres in 1975 tegen vervanging van de Starfighter door de F16.
  4. ‘Nederland is ziek.’ Premier Lubbers in een rede op de Katholieke Universiteit van Nijmegen in 1990. Deze uitspraak sloeg op de stijging van het aantal arbeidsongeschikten.
  5. ‘Actie beschadiging lijsttrekker CDA, hoofdstuk 1.’ Dries van Agt, minister van Justitie en kersvers CDA-kopman, na Kamerdebat over de ontvluchte oorlogsmisdadiger Menten, begin 1977. Hij doelde op het optreden van de PvdA, die de snoeiharde kritiek op Van Agt niet wilde omzetten in een motie van afkeuring.
  6. ‘We run this country.’ CDA-Kamerlid Joost van Iersel, in 1986. Na de val in 1994 door het CDA zelf beschouwd als het symbool van de hoogmoed die in de partij sloop.
  7. ‘Dan gaan ze maar een halte lopen.’ Minister van Verkeer en Waterstaat Smit-Kroes (VVD) tussen 1982 en 1986 naar aanleiding van kritiek dat mensen met lage inkomens het tram- en buskaartje nauwelijks nog konden betalen.
  8. ‘Wat wij nodig hebben is lef.’ Minister van Financiën Van der Stee (CDA) in 1980, om zijn bezuinigingsprogramma kracht bij te zetten.
  9. ‘Dit is gekkenwerk.’ CHU-Kamerlid freule Wttewaal van Stoetwegen in de jaren zestig, toen de Kamer eens tot diep in de nacht door vergaderde en het KVP-Kamerlid Rinus Peijnenburg onwel werd.
  10. ‘Effe dimmen, ja.’ SP-Kamerlid Marijnissen in oktober 1997 in de Kamer tegen plaatsvervangend Kamervoorzitter Weisglas, toen deze hem maande een interruptie kort te houden.
  11. ‘Moet dat nu zo?’ De Oude Tilanus, CHU-Kamerlid, in 1958 bij de breuk in de rooms-rode samenwerking tussen KVP en PvdA.
  12. ‘Bèèèh.’ VVD-fractieleider Bolkestein bij de algemene beschouwingen in 1992 om de volgzaamheid van CDA en PvdA aan de kaak te stellen.
  13. ‘Het speelkwartier is voorbij.’ Een vermaning aan het kabinet-Lubbers III van CDA-fractieleider Brinkman in zijn befaamde Texelse rede in 1992 in Den Burg.
  14. ‘Ik pas in mijn jas, mijn jas past in mijn tas, dus ik pas in mijn tas!’ PvdA-Kamerlid Marcel van Dam eind jaren zeventig in een kamerdebat over kruisraketten tegen CDA minister van Defensie Roelof Kruisinga.
  15. ‘Zo komt Jan Splinter door de winter.’ PvdA-Kamerlid Marcel van Dam in 1982 vanwege de kortingen op de uitkeringen door Lubbers I.
  16. ‘ Dit is toch bij de wilde spinnen af.’ Neelie Smit-Kroes, ongedateerd.
  17. ‘Twee dingen.’ Den Uyl, weliswaar bekend geworden dankzij Wim Kan, maar meer een gewoonteterm dan een uitspraak die ergens op sloeg.
  18. ‘Het boetekleed ontsiert den man niet.’ Abraham Kuyper in 1909, nadat hij was beschuldigd van omkoping (lintje in ruil voor een storting in de partijkas).
  19. ‘De oren vielen me van het hoofd’. Winnie Sorgdrager op donderdag 15 januari 1998, als reactie op het te laat vernemen dat ‘haar’ procureur bij het gerechtshof in Leeuwarden, Dato Steenhuis, een bijbaan had als adviseur van onderzoeksbureau Bakkenist, dat net een onderzoek had gedaan naar het eventuele falen van het noordelijke O.M. en politiekorps in de benadering van de Schiermonikoogse politieagent Lancee nadat die verdacht was van ontucht met diens dochter.

Bron: o.a. Trouw, 17 april 1998 en Steemers.

ComputerComputer

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *