Uitdrukkingen van namen

Voornamen

Een prachtige lijst met uitdrukkingen van namen, waarvan je waarschijnlijk niet eens wist dat ze van een persoon afkomstig waren.

  • Een Achilleshiel/Daar zit de achillespees:
    Kwetsbare plaats of plek. Genoemd naar de Griekse held Achilles. Zijn moeder had hem als baby in de rivier van de onderwereld gedompeld om hem onkwetsbaar te maken, maar doordat ze hem bij zijn hielen had vastgehouden, was hij daar kwetsbaar gebleven: aan zijn achilleshiel, waar de achillespees of de kwetsbare plek zat! En daar werd hij dan ook door een fatale pijl getroffen…die slechts kwetsbaar was aan zijn hiel.
  • Een Adonis zijn:
    Schone jongeling, naar Adonis, in de mythologie een zeldzaam schone jongeling, bemind door Venus.
  • Amazone:
    Met een amazone wordt een vrouw die (vlug en sierlijk) te paard rijdt, ofwel een kloeke, vooral strijdbare vrouw bedoeld. Tegenwoordig gebruikt men het woord ook wel om alleen maar een vrouwelijke ruiter aan te duiden. De Amazonen waren een mythologisch volk van krijgshaftige vrouwen, geleid door een koningin. Om nageslacht te verkrijgen bezochten zij jaarlijks het mannelijke volk der Gargarenses, maar jongetjes werden bij de geboorte gedood. Ze streden te paard, gewapend met pijl en boog, tweesnijdend zwaard en halvemaanvormig schild, o.a. tegen Bellerophon en Heracles. Na Hectors dood kozen ze onder koningin Penthesilea de zijde der Trojanen.
  • Met Argusogen/Iets of iemand met argusogen bekijken:
    Waakzaamheid. Altijd open, waakzame ogen, zoals die van Argus, de met 100 ogen bezaaide reus. Hij moest Zeus liefje Io bewaken, die door Zeus’ vrouw Hera in een koe veranderd was. Zelfs als Argus sliep, bleven er nog ogen open. Na zijn dood werd hij veranderd ineen pauw, die op zijn staart vele argusogen heeft.
  • De draad van Ariadne:
    Middel om uit een netelige situatie te geraken of om een ingewikkeld vraagstuk op te lossen. Ariadne was de dochter van Minos en Pasiphaë, het koningspaar van Kreta. Ze gaf haar minnaar Theseus een bol draad die hij uitrolde en zo gebruikte om de weg terug te vinden door een labyrint waarin hij de Minotaurus doodde, een monster met het hoofd van een stier en het lichaam van een man.
  • Uilen naar Athene dragen:
    Athene is de Griekse godin der wijsheid. Wie uilen (zinnebeeld der wijsheid) naar Athene draagt verricht onnodig werk.
  • Een Augiasstal opruimen:
    Een Augiasstal opruimen betekent een zeer vuile, bijna niet te redderen boel opruimen. Augias, koning van Elis, had een stal waarin 3000 runderen stonden en die in geen dertig jaar gereinigd was. Hercules reinigde hem in één dag door er de rivieren Alfeus en Peneus doorheen te leiden.
  • Bacchanaal aanrichten:
    Woest drinkgelag. Afkomstig van Bacchus, de Romeinse god van de wijn.
  • De Benjamin zijn:
    De jongste zijn in het gezin. Verwijst naar Benjamin, de jongste zoon van Aartsvader Jakob in het bijbelboek genesis.
  • Een Cassandra voorspelling:
    Een sombere voorspelling waar niemand acht op slaat. Cassandra was de dochter van koning Priamus van Troje. Ze kreeg van de god Apollo de gave van de profetie. Maar omdat ze zijn minnares niet wilde worden, zorgde Apollo ervoor dat niemand haar voorspellingen (bijv. over het Paard van Troje) zou geloven.
  • Een cerberus zijn:
    Een cerberus is een nors portier, een waakzaam oppasser. Cerberus of Kerberus was een helhond met drie koppen, die de ingang der tartarus bewaakte.
  • Cupido op bezoek krijgen:
    Wie Cupido op bezoek krijgt, wordt verliefd of krijgt vlinders in de buik. Cupido was de Romeinse God der liefde.
  • Vat der Danaïden vullen / Danaïde werk doen:
    Een vergeefse zware arbeid verrichten. De Danaïden waren de 50 dochters van de Libische koning Danaus. Van hen vermoordden er 49 hun echtgenoot, met wie zij gedwongen hadden moeten trouwen. Voor straf moesten zij in de onderwereld ten eeuwigen dage een bodemloos vat vullen.
  • Als een furie tekeergaan:
    Een vrouw die tekeergaat als een furie is een in razende woede ontstoken vrouw.
    Een furie was in de Romeinse mythologie een wraakgodin, ieder der drie in de onderwereld wonende wraakgeesten die de bozen vervolgen en tot waanzin drijven, in het Grieks Erinnyen en Eumeniden geheten.
  • Gigantisch:
    Gigantisch betekent reusachtig. Giganten waren geduchte reuzen die bergen op elkaar stapelden om de Olympus te bestormen, maar door de Goden met behulp van Hercules overwonnen werden.
  • Hermetisch gesloten zijn:
    Hermetisch gesloten betekent: volkomen dicht, volledig afgesloten.
    Hermes Trismegistus was een Egyptische God of magiër. Zijn hermetische boeken behoorden tot de mystiek-magische litteratuur, waarin Egyptische, Nieuw-Platonische, Philonische en Indisch-theosofische gedachten zijn verwerkt, meestal in dialoogvorm. De inhoud was moeilijk te doordringen.
  • In de armen van Morpheus liggen:
    Wie in de armen van Morpheus ligt, is in een diepe slaap verzonken. Morpheus was de Griekse god van de dromen, zoon van Hupnos (slaap).
  • Een heroïsche strijd:
    Een heroïsche strijd is een heldhaftige strijd. Heros was de verafgode held uit de oudheid. Hij was halfgod en een held.
  • Er geen jota van snappen:
    Er geen jota van snappen is er totaal niets van snappen. Jota is de Griekse letter i.
  • Een laconiek antwoord geven:
    Een laconiek antwoord is een kort en bondig, pittig antwoord. De Laconiërs of Spartanen waren in de oudheid bekend om hun gewoonte om zich zo kort mogelijk uit te drukken.
  • Het is geen wet van Meden en Perzen:
    Een wet van Meden en Perzen is een regel of vaste wet die geen afwijking toelaat, waartegen geen verhaal is, een wet die nooit aangepast wordt. De Meden waren een volk in de oudheid, in het noordwesten van Perzië.
  • Een mentor zijn:
    Een mentor is een leidsman, een raadsman of een gids. Mentor was de vriend van Odysseus, leidsman van diens zoon Telemachus.
  • Narcisme:
    Narcisme is een ziekelijke, perverse liefde tot zichzelf. Narcissus (Grieks : Narkissos) was de zoon van de riviergod Cephisus en de nimf Liriope, een beeldschone jongeling, die de liefde van de nimf Echo versmaadde. Tot straf daarvoor gaf Nemesis hem liefde in voor zijn eigen beeld dat hij in het water zag, zodat hij van verlangen verteerde. Uit medelijden veranderden de goden hem in de naar hem genoemde bloem.
  • Nectar:
    Nectar is een uitgezochte, fijne drank. Figuurlijk betekent nectar ook iets dat geestelijk genot geeft. Nectar was de drank van de goden op de Olympus.
  • Een nestor zijn:
    Een nestor is een schrander, eerbiedwaardig grijsaard, of de oudste van een categorie of groep van personen. Nestor was een wijs en verstandig koning van Pylos, die nog in zeer hoge ouderdom aan het beleg van Troje een werkzaam aandeel nam.
  • Een Oedipuscomplex hebben:
    In de psychoanalyse een verzamelnaam voor stoornissen in het zielenleven die stammen uit de oedipale fase. Vernoemd naar Oedipus, de legendarische Griekse held, die zijn vader doodde en zijn moeder huwde. Bij meisjes ook wel het Electracomplex genoemd.
  • De doos van Pandora:
    Een doos waarin zich alle menselijke rampen bevinden. Alles wat onder de schijn van bevalligheid de bron van veel ellende worden kan. Genoemd naar Pandora, de Eva van de Griekse mythologie.
  • Parisappel:
    Een twistappel. Genoemd naar Paris, de zoon van Priamus, die moest uitmaken wie van de drie godinnen (Hera, Athena en Aphrodite) de schoonste was.
  • Het zwaard van Damocles:
    Steeds dreigend gevaar. Damocles was de gunsteling van Dionysius I, tiran van Syracuse, 4e eeuw v. Chr., die hem een dag koning liet zijn, maar een zwaard aan een paardenhaar boven zijn hoofd deed hangen.
  • Sisyphusarbeid:
    Zware arbeid die geen resultaat oplevert. Sisyphus, in de Griekse mythologie de slechte zoon van de koning van Thessalië, werd gestraft door de god van de onderwereld Hades. Sinds zijn dood moest Sisyphus in het dodenrijk een rotsblok tegen een berg omhoog wentelen, maar dat viel steeds weer omlaag nèt voordat hij boven was.
  • Een stentor, een stentorstem hebben:
    Een stentor is een man met een stem als een klok; een stentorstem is een zeer luide stem. Stentor was een heraut der Grieken voor Troje, wiens stem, naar Homerus zegt, boven die van 50 man uitklonk.
  • Een Tantaluskwelling :
    Een kwelling waarbij je iets dat je graag wilt hebben, vlakbij hebt, maar het toch net niet kan krijgen.Tantalus, de zoon van de god Zeus, werd gestraft door de goden voor zijn wangedrag. Hij werd vastgebonden aan een boom met heerlijke vruchten, waar hij net niet bij kon komen. Ook stond hij in het water, maar kon er net niet van drinken. Zo leed hij eeuwig honger en dorst.
  • Een titanenstrijd, een titanenwerk:
    Een titanenstrijd is een geweldig grote strijd. De titanen waren de kinderen (zes zonen en zes dochters) van Uranus en Gaea, die hun vader van de wereldheerschappij beroofden. Daarna ontstond er een strijd tussen Cronus en de overige Titanen aan de ene zijde en Zeus, de jongste zoon van Cronus, met zijn broeders Poseidon en Pluto aan de andere, waarin de laatsten overwinnaars bleven. Zeus slingerde al de Titanen in de Tartarus; later verzoende hij zich echter met hen. De titanen bonden dus de strijd aan met de goden: een titanenstrijd.
  • Vrouwe Justitia:
    Met Vrouwe Justitia wordt het gerecht en de rechtspraak bedoeld. Justitia was de godin van de rechtvaardigheid, overeenkomend met de Griekse godin Themis.
  • Draconische maatregelen treffen:
    Draconische maatregelen zijn zeer strenge maatregelen. Draco was een zeer streng Atheens wetgever.
  • Een Spartaanse opvoeding:
    Een Spartaan is een zeer gehard iemand. De Spartaanse kinderen kregen een strenge, sobere en harde opvoeding.
  • Een Salomons oordeel vellen:
    Naar de bijbelse koning Salomo (of Salomon 970-930 voor chr.) die bekend stond om zijn wijsheid. Toen twee vrouwen beweerden de moeder van een baby te zijn, zei hij tegen hen: hak dan de baby maar in tweeën, dan mogen jullie allebei de helft hebben. De onechte moeder stemde daarin toe. De echte moeder zei echter : “geef hem dan maar aan haar”, want ze wilde niet dat haar kind zou sterven. Toen wist koning Salomo dat zij de echte moeder was en zij kreeg dus de baby mee.
  • Een gordiaanse knoop:
    Naar Gordias, Frygische boer die later koning werd. Stichter van Gordium (ca. 800 voor chr.) Aan zijn wagen was een kunstmatige knoop gelegd, die door niemand kon worden losgemaakt en uiteindelijk door Alexander de Grote werd doorgehakt.
  • Een Xantippe zijn:
    Een Xantippe is benaming voor een boze, kijfachtige vrouw, een helleveeg.
    Xanthippe was de vrouw van Socrates (469-399 voor Chr.), volgens de overlevering een twist- en plaagzieke vrouw.
  • Platonische liefde:
    Platonische liefde is liefde zonder zinnelijk element. Platonische wensen zijn innerlijke wensen waarvan men niet verwacht dat ze vervuld kunnen worden.
    Een platonische maaltijd is een maaltijd waarbij meer geredeneerd dan
    gegeten wordt. Plato (ca. 427-347 voor Chr.) was een beroemd Grieks wijsgeer te Athene.
  • Een Pyrrusoverwinning:
    Een Overwinning waarbij de winnaar net zoveel verliezen lijdt als de verliezer, of zelfs meer. Naar Pyrrhus, koning van Epirus (319-272 voor chr.) Hij versloeg de romeinen bij Heraclea en Asculum. Hij had weliswaar gewonnen, maar het verlies aan manschappen was zeer groot.
  • Een Judas zijn:
    Een verrader zijn. Naar Judas Iskariot de verrader van Jezus.
  • Iemand van Pontius naar Pilatus sturen:
    Iemand voor niets heen en weer laten lopen. Naar Pontius Pilatus Romeins stadhouder over Judea (20-36 na chr.) in de dagen van Jezus.
  • Een mecenas zijn:
    Een mecenas is iemand die kunstenaars en geleerden steunt. Een mecenas was een begunstiger van geleerden en kunstenaars, zo geheten naar de Romeinse ridder Gauis Cilnius Maecaenas (ca. 70-8 voor Chr.), raadsman van keizer Augustus.
  • Zich met een jantje van leiden ergens van afmaken:
    Met een smoesje of een mooi praatje. Naar Jan van Leiden (1509-1536). Nederlandse ambachtsman en later hoofd van de wederdopers. Hij stond bekend als mooiprater.
  • Bekend zijn als de bonte hond:
    In ongunstige zin overal bekend zijn. Naar de hond van Schout Willem Bondt. Bondt werd in 1619 benoemd tot schout. Hij vervolgde de Remonstranten en was hard en onrechtvaardig in zijn optreden. Van zijn hond Tyter hield hij erg veel. Deze stierf 29 januari 1634 en werd onder toeziend oog van honden en kinderen liefdevol begraven.
  • Praten als Brugman:
    Met veel overtuigingskracht praten. Naar Johannes Brugman (ca. 1400
    1473) minderbroeder en redenaar.
  • Volgens Bartjens:
    Volgens de eenvoudige beginselen der rekenkunde. Naar Willem Bartjens (1569-1630), onderwijzer, uit wiens boekje ‘Cijferinge’ Nederlandse kinderen twee eeuwen lang leerden rekenen.
  • Een sado-masochist zijn:
    Het genot van het toebrengen en ontvangen van pijn verheerlijken. Naar het leven en de geschriften van Markies de Sade (1740-1814). En de karakters van de romanschrijver Leopold Sacher-Masoch.
  • Een slome duikelaar zijn:
    Een sul zijn die niet veel presteert. Naar Sjloume Duikelaar pseudoniem van Abraham Joseph Swalff (1745- 1819). Marktkoopman en jiddisch schrijver.
  • Een chauvinist zijn/chauvinisme:
    Overdreven vaderlandsliefde. Naar Nicolas Chauvin, patriottisch veteraan van Napoleon.
  • Fröbelen:
    Kinderlijk spelen. Afgeleid van de Duitse pedagoog Friedrich Fröbel (1782-1852).
  • Jansaliegeest:
    Een Nederlander zonder fut of energie. Het symbool voor de trage 19de eeuwse Nederlandse geest. Naar de figuur Jan Salie uit het boek van E.J. Potgieter (1808-1875) Jan, Jannetje en hun jongste kind uit 1841.
  • Een kiekje maken:
    Een foto maken. Naar Israël David Kiek (1811-1899) Leids fotograaf.
  • Een boycot opleggen:
    Uitsluiting van het maatschappelijk verkeer. Naar kapitein Charles Cunningham Boycott (1832-1897), die in 1880 als eerste werd geboycot.
  • Van Drees trekken:
    Een ouderdomsuitkering ontvangen. Naar Willem Drees, minister van Sociale Zaken (24 juni 1945-7 augustus 1948). Hij maakte de Noodwet-Ouderdomsvoorziening die in 1947 inwerking trad. Deze wet is de voorloper van de Algemene Ouderdomswet uit 1957. Willem Drees was toen inmiddels minister-president.
  • Lubberiaans taalgebruik:
    Naar Minister-president R.F.M. Lubbers (1982-1994) bekend door zijn onduidelijk en wollig taalgebruik.Bron: Steemers, www.histoportal.net., Lycos en Van Dale, groot woordenboek de Nederlandse taal.
ComputerComputer

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *